In een recente uitspraak bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam was het verzoek aan de orde of de overeengekomen geheimhouding in de mediationovereenkomst kon worden opgeheven zodat de werkneemster haar verhaal kon doen in de ontbindingsprocedure. Een interessante zaak voor alle zakelijke mediations. Daarom hieronder een korte beschrijving van de uitspraak en de overweging van de voorzieningenrechter over wanneer de geheimhoudingsverplichting in mediation kan worden opgeheven..
Casus
Nadat een mediation niet tot een oplossing leidt, verzoekt de werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werkneemster vordert in kort geding haar te ontheffen van haar geheimhoudingsverplichting in het kader van de ontbindingsprocedure. Zij dagvaardt tevens de mediator en verzoekt de werkgever en de mediator hoofdelijk te bevelen haar toestemming te verlenen om in het kader van de ontbindingsprocedure om over de mediation te kunnen spreken en de daar gewisselde stukken te kunnen delen.
Uitspraak
De kort geding rechter stelt vast dat de werkneemster met het ondertekenen van de mediationovereenkomst de verplichting op zich heeft genomen tot geheimhouding over wat er tijdens de mediation is besproken en aan stukken is uitgewisseld. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af en overweegt als volgt: “De geheimhoudingsverplichting is essentieel voor het slagen van een mediationtraject, omdat deelnemers aan mediation zich vrij tegenover elkaar moeten kunnen bewegen, zonder dat zij het risico lopen dat hun uitlatingen of geschriften hen in een later stadium in een gerechtelijke procedure voor de voeten worden geworpen. Het geheimhoudingsbeding is dan ook een kernbepaling uit de mediationovereenkomst. Er moet dan ook heel wat aan de hand zijn, wil een deelnemer aan mediation kunnen worden ontheven van die verplichting. Een urgente noodsituatie moet dat rechtvaardigen. Daarbij moet worden gedacht aan een situatie dat de mediation wordt gebruikt als dekmantel voor criminele activiteiten, of als die schade zou toebrengen aan bepaalde kwetsbare personen, zoals bijvoorbeeld kindermishandeling. De mogelijkheid van baanverlies haalt die hoge drempel niet.”
Conclusie
Kort samengevat oordeelt de voorzieningenrechter dat geheimhouding in mediation dusdanig essentieel is, dat de overeengekomen geheimhouding alleen in een urgente noodsituatie kan worden opgeheven. De voorzieningenrechter noemt als voorbeeld wanneer de mediation wordt gebruikt als dekmantel voor criminele activiteiten of bij schade aan kwetsbare personen, zoals kindermishandeling.
Rechtbank Amsterdam, voorzieningenrechter, 23 november 2021